Zoek op Google naar de betekenis van het woord reflectie en je komt uit op een omschrijving in de trant van ‘nadenken over je eigen handelen’. Reflectie heeft vaak een link met onze ratio. Ik denk dat reflectie echter verder gaat dan dat. Reflectie heeft namelijk ook nog een andere betekenis: weerspiegeling of weerkaatsing, een spiegel dus.
Als je die betekenis meeneemt, houdt het in dat je – wanneer je aan zelfreflectie doet – ook kijkt naar waar je gespiegeld wordt. Dan gaat je gevoel meespelen. Want dat gevoel van irritatie… ja, dat is een spiegel. Net als de ontroering bij dat beeld of kunstwerk. Of de ergernis bij de hoofdpersoon in de film. Of die onweerstaanbare drang om een zak chips leeg te eten.
Gezien willen worden
Het is allemaal een spiegel die iets van onszelf reflecteert. Iets dat we nog nooit echt hebben gezien, misschien niet wilden of konden zien. Dat het zich nu aandient, betekent echter dat het gezien wil worden. Wat zich in de spiegel laat zien, heeft nu aandacht nodig.
Passief en actief
‘Reflecteren op’ betekent volgens Van Dale ‘reageren’. Reflectie kent dus een passieve en een actieve kant. Eerst laat je iets naar je toekomen, je ontvangt het. Daarna doe je er iets mee, je reageert op wat je hebt gezien. Je denkt na, onderzoekt wat nodig is en doet dat. Serieus nemen wat je ziet bijvoorbeeld. Het accepteren. En wat er verder nodig is, geeft je hart je in. Als je ziet wat gezien wil worden en doet wat gedaan moet worden, dan is er transformatie mogelijk. Er is groei mogelijk. Zoveel spiegels, zoveel mogelijkheden tot groei. Hoe gaaf is dat!