In de film ‘Fantastic Beasts and where to find them’ bestaat de wereld uit twee soorten mensen: tovenaars en ‘niemagies’, degenen die geen magische krachten bezitten. Zo’n tweedeling zie je in onze maatschappij ook terug, al gaat het niet om magische krachten. Het is een tweedeling van mensen die met beide voeten op de grond staan en degenen die je het stempel zweverig type zou kunnen geven.

De eerste groep is vooral ‘realistisch’. Zij moeten weinig hebben van wat je niet kunt zien, vastpakken of in ieder geval van jongs af aan geleerd hebt. De tweede groep is in contact met wat je niet kunt waarnemen en ze hanteren een taalgebruik waar de andere groep de kriebels van krijgt.

Diskwalificatie

In onze maatschappij lijkt het vooral zo te zijn dat het een diskwalificatie is om voor zweverig uitgemaakt te worden. Daarom hoor je regelmatig de inleidende zin: ‘Ik ben helemaal niet zweverig hoor, maar…’ Volgens mij getuigt een goede dosis zweverigheid echter juist van een gezond realisme. Er ís nu eenmaal meer dan we met het blote oog kunnen waarnemen. Kijken we alleen al naar binnen, in onszelf; we worden bestuurd en beïnvloed door processen waar we ons helemaal niet bewust van zijn. We hebben het echt allemaal niet zo goed op een rijtje als we soms denken.

Bij je nekvel grijpen

Je had het waarschijnlijk al in de gaten: ik ben een zweverig type. Maar wel eentje die met beide voeten op de grond staat. In dit geval lijkt van twee walletjes eten het beste wat je kunt doen. De gulden middenweg. Beide kanten zijn noodzakelijk en waardevol, doorschieten naar een van beide kanten helpt je niet om verder te komen. In ‘Fantastic Beasts’ is prachtig zichtbaar gemaakt wat er gebeurt als je een van beide kanten teveel verwaarloost of ontkent. In een tijd waarin tovenaars meer en meer ondergronds moesten, onderdrukten jonge tovenaars hun krachten nog wel eens. Dat wat werd weggedrukt, kon echter uitgroeien tot een zwarte destructieve wolk. Zo is het in ons eigen leven ook: alles wat we wegdrukken of niet onder ogen willen zien, lijkt misschien weg, maar dat is het niet. Het kan je op een gegeven moment bij je nekvel grijpen en zeggen: ‘nu is het mijn beurt’.

Van twee walletjes

Dus laat dat realisme en dat zweverige lekker samengaan. Ongegeneerd van twee walletjes eten. We hebben het allebei in ons, dat is menselijk. Niets mis mee. Af een toe een stukje los van (of juist óp) de grond geeft je een nieuw perspectief. Daar valt een hoop te ontdekken!

 

Stuur een appje, waag een belletje of tik een berichtje als je hier verder over door wilt praten. Tot snel!